We zijn er. En even
dachten we dat ons vliegtuig een ommetje gemaakt had en ons weer in Brussel
dropte. Want hoorden we de kapitein niet
zeggen: regen en 16 graden?
We hadden juist gehoord,
maar de radde tongval en de opgewonden handgebaren van de lokale bevolking én
hier en daar een pijn- of olijfboom bevestigden ons vermoeden: dit was Rome, …
op zijn natst.
Op het vliegveld werden we opgepikt door onze gastfamilies
en vertrokken naar alle windstreken.
Maandagmorgen bleek dat niet eens een vergezochte uitdrukking.
Zowat al onze leerlingen hadden er een rit (met auto, bus, trein, metro of een
combinatie van deze) van maar liefst 2 uur opzitten toen ze omstreeks 09.15 uur
op school arriveerden. Omstreeks …… want
elke vreemde klimatologische omstandigheid (zoals veel regen) gooit het
openbaar vervoer in de knoop. Onze
leerlingen druppelden dus binnen, met Frederik als kampioen zeker een half uur
te laat. Maar ’t was de schuld van zijn
Alfa Romeo chauffeur die te traag gereden had.
Een boeiende dag zou het wel worden.
’s Morgens wachtten ons achtereenvolgens een les over de
werking van en wetenschappelijke principes achter de windtunnel én een les
Italiaans. Die uiteindelijk een les
Romeins werd, want blijkbaar spreken de Romeinen geen Italiaans. Onze reiswoordenboekjes meteen de prullenmand
in dus.
De lunch bracht ons naar een naburige school en naar pasta,
rundsvlees en een typische groente die zij “chicoreia” noemden. Voor ons een (behoorlijk lekkere) ontdekking.
Via diverse wegen (maar alle wegen leiden toch naar Rome)
trokken we naar het oude centrum. De
Italiaanse leerkrachten schotelden ons een wandelroute voor langsheen de
Romeinse “schatten”. Op het menu: de Piazza
Venezia, de Piazza Navona, het Pantheon, de Fontana di Trevi én als afsluiter het Colosseo. En telkens met Italiaanse leerlingen ter
plaatse als gewaardeerde gidsen.
Omstreeks 17.30 uur zat het erop en mocht iedereen – na een
gevulde, maar bijzonder leerrijke dag – “huis”waarts.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten